Minister Asscher wil meertalige kinderopvang

Het voorstel is afkomstig uit de gemeente Amsterdam, die zich zelf aantrekkelijker wil maken voor expats en internationale ondernemers om zich daar te vestigen. Zij willen ouders en kinderen mogelijkheden bieden voor een goede aansluiting op internationaal en meertalig onderwijs. 

De Brancheorganisatie Kinderopvang hebben aangegeven voorstander te zijn van het invoeren van meertalige opvang. De Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang en peuterspeelzalen (BOinK) en de MOgroep hebben ook aangegeven hier voorstander van te zijn, maar willen wel dat de aandacht voor de Nederlandse taal er niet onder komt te lijden. 

Voor de opvang van kinderen van 0 tot 4 jaar zal er niks veranderen volgens de minister. Het gaat nu alleen nog om de BSO. Wel is hij bereid om met meertalige kinderopvang te experimenteren op verschillende kinderopvangcentra. Hier zal uit moeten blijken dat het aanbieden van meertalige opvang niet ten koste zal gaan van het aanleren van de Nederlandse taal.

Meertaligheid bij kinderen

De minister beargumenteerd dit met dat kinderen worden geboren met een taalvermogen, dat zich door de interactie met de ouders, opvoeders en de sociale omgeving kan ontwikkelen tot concrete taalbeheersing. Jonge kinderen beschikken over het unieke vermogen om spelenderwijs één of twee talen simultaan of successievelijk te leren. 

Tweetaligheid kan voor kinderen een voordeel zijn, omdat zij al op jonge leeftijd heel bewust met taalbegrip en met interpretatie van verschillen leren omgaan. Kinderen die ouder zijn dan twaalf jaar hebben meer moeilijkheden met het verwerven van een tweede taal. Zij raken zelden een buitenlandse accent kwijt, ook al spreken ze verder (bijna) perfect Nederlands.

Meertalige opvang

Steeds meer ouders zien graag dat hun kind op een jonge leeftijd in aanraking komt met de Engelse taal, omdat ze het vloeiend spreken van de Engelse taal belangrijk vinden voor de toekomst van hun kind. Het leren van deze taal op een jonge leeftijd, wanneer het leren van een taal spelenderwijs gaat, zien deze groep ouders als een goede voorbereiding op het leren van de Engelse taal op het voortgezet onderwijs.

Momenteel kan in de reguliere kinderopvang alleen de Nederlandse taal (of de Friese taal of een levende streektaal) als voertaal gebruikt worden.